maandoverzicht augustus 2021





In het rijtje 'maanden om nooit meer te vergeten' schrijven we ook augustus 2021 bij. Het maandgemiddelde van aangespoelde bruinvissen berekend over 2006 tot en met 2020 ligt op 75 (zwarte lijn in figuur 1). Zoals bekend wordt dit sterk omhooggetrokken door augustus 2011, toen er 211 bruinvissen (geen tikfout) zijn geregistreerd. Zonder augustus 2011 ligt het meerjarig gemiddelde op 66. In augustus 2021 is dit aantal verpulverd: deze maand zijn er maar liefst 254 dode bruinvissen gemeld.
figuur 1. Aantal in augustus aangespoelde walvissen in Nederland. De zwarte lijn geeft het gemiddelde (75) aan over 2006-2020.
Begin augustus stond de teller voor dit jaar op 254 dieren, op vier na alleen bruinvissen. Het in 2021 hoogste aantal op een dag gemelde exemplaren was tot dan toe 8, op 19 juli. Ook tot en met 22 augustus verliep de maand voor een gemiddelde augustus behoorlijk rustig, met op 20 van de 22 dagen een of enkele meldingen verspreid langs de hele kust (figuur 2). Op 23 augustus kwam er daarom een ietwat onbehaaglijk gevoel naar boven toen er alleen al op deze dag 12 meldingen werden gedaan. Bovendien kwamen 11 van de 12 uit het gebied tussen Vlieland tot Schiermonnikoog. De dagen erna bleek het onbehaaglijke gevoel terecht, want het ging op de oostelijke Waddeneilanden volledig 'los': van 23 tot en met 31 augustus zijn vooral daar, maar ook elders in het Waddengebied, 190 strandingen geregistreerd. Niet geheel toevallig draaide de wind op 22 augustus van westelijke richtingen naar noord en bleef hij daar tot het eind van de maand. De windkracht was meestal matig, maar er is aan de kust ook windkracht 6 gemeten en op zee tot windkracht 7.
figuur 2. Dagelijks aantal aangespoelde walvissen in heel Nederland in augustus 2021.
De strandingen waren deze maand als volgt over het land verdeeld: Deltagebied 16 (waarvan 3 in de Oosterschelde en 4 in de Westerschelde), Zuid-Holland 9, Noord-Holland 14 en Waddengebied 214. Van deze 214 lagen er 19 op Texel, 25 op Vlieland, 58 op Terschelling, 63 op Ameland, 32 op Schiermonnikoog, 2 op Rottumerplaat en 1 op Richel (bij Engelsmanplaat). Een aantal kadavers heeft de eilanden 'gemist' en is de Waddenzee in gedobberd. Deze dieren zijn aangespoeld bij Den Helder (2), Friese kust (7) en Groningse kust (6). Van de Afsluitdijk zijn geen meldingen ontvangen, maar het lijkt onvoorstelbaar dat daar geen bruinvissen zouden zijn aangespoeld en hetzelfde geldt voor overige delen van de Waddenkust. Een deel van de dode bruinvissen is vast (nog) niet aangespoeld maar ergens in de Waddenzee blijven steken.
De aantallen gemelde aangespoelde bruinvissen op de eilanden zijn altijd grillig. Dit zal deels samenhangen met het aantal bezoekers, dat op zijn beurt wordt beïnvloed door het weer en vakantietijden, maar ook met de lokale omstandigheden. Zo is het strand van Schiermonnikoog heel breed en onoverzichtelijk, terwijl het op Ameland veel smaller is. De uiteinden van de eilanden zijn vaak uitgestrekt, op Terschelling, Ameland en Schiermonnikoog zijn dit de oostpunten, op Vlieland juist de westpunt. Om te kijken hoe breed het front van aanspoelende bruinvissen is geweest, is nagegaan welk aandeel in een 'normaal' jaar in augustus aanspoelt, en dat dan per eiland. Het levert een chaotische grafiek op (figuur 3), maar goed te zien is dat voor bijna alle eilanden het aandeel voor 2021 hoger is dan anders. Ook is te zien dat voor elke regel een uitzondering is. Voor Vlieland was het aandeel voor augustus 2008 iets hoger dan dit jaar, voor Texel was dat in augustus 2011 het geval.
Op de bewoonde Waddeneilanden loopt het aantal in augustus gestrande bruinvissen ten opzichte van het jaartotaal uiteen van 9% tot 24%. Op Texel is dit 24%, op Vlieland 15%, op Terschelling 13%, op Ameland 9% en op Schiermonnikoog 9% (figuur 3). Het verloopt dus van west naar oost. Om de cijfers vergelijkbaar te houden zijn de aantallen voor alle eilanden van september tot en met december weggelaten.
figuur 3. Percentage in augustus aangespoelde bruinvissen per jaar ten opzichte van het jaartotaal voor elk bewoond Waddeneiland.
In augustus dit jaar was het aantal dieren op Texel bijna twee keer hoger dan gemiddeld (40% tegen 24%), op Vlieland ruim drie keer (50% tegen 15%), op Terschelling bijna zes keer (78% tegen 13%), op Ameland acht keer (76% tegen 9%) en op Schiermonnikoog negen keer (67% tegen 9%). De 'golf' was daarmee ongeveer 100 kilometer breed. Ook op Rottumerplaat en Rottumeroog zijn dode bruinvissen gemeld, maar slechts enkele. Er is bij de Duitse collega's gevraagd of daar ook meer bruinvissen aanspoelden dan anders, maar dat was niet het geval. De golf hield dus abrupt op bij Schiermonnikoog.
Met vereende krachten is op de eilanden alles in het werk gesteld om overzicht van deze massastranding te krijgen. Veel dieren zijn van het strand gehaald en er zijn voor Nederland unieke foto's gemaakt van stapels dode bruinvissen. Vijfentwintig dieren zijn verzameld voor onderzoek aan de Universiteit van Utrecht. Het was vanzelfsprekend geen fijn werkje om bij aangename zomertemperaturen de hele dag de rotte en uiteenvallende bruinviskadavers een voor een in een zak te stoppen. Met speciaal vervoer (de reguliere veerdiensten weigerden de rotte dieren te vervoeren) zijn de kadavers naar de wal en vervolgens naar Utrecht vervoerd. Daar zullen ze eind september op doodsoorzaken worden onderzocht.
Elf rotte bruinvissen (en een gewone zeehond) op Ameland, 28 augustus 2021. De jonge zilvermeeuw is zojuist begonnen aan een ambitieus project. Foto: Rob Knoeff
Zoals al in het bericht hieronder is gemeld, waren alle dieren rot en zijn ze dus niet vlakbij de kust doodgegaan. Van 120 dieren is de sekse bekend: 55 mannetjes en 65 vrouwtjes. In andere jaren is in augustus bijna 61% man. Dit jaar is de verhouding dus de andere kant op scheefgetrokken, want het percentage mannetjes is nog maar 46%. Waarom de sterfte vooral vrouwtjes heeft getroffen is nog onduidelijk, maar het idee dringt zich op dat het iets met voortplanting te maken heeft. Mei tot juli is voor bruinvissen de periode waarin de jongen worden geboren; direct erna volgt de paartijd. Of de vrouwtjes in de periode dat ze de jongen zogen op andere plekken in zee verblijven dan de mannetjes is niet bekend, omdat de dieren in het veld niet te seksen zijn.
figuur 4. Aantal aangespoelde bruinvissen van Texel tot en met Rottumeroog, inclusief de overige eilanden in Waddenzee en de Waddenzeekust van Noord-Holland, Afsluitdijk, Friesland en Groningen. De blauwe lijn geeft het gemiddelde over de periode 2006-2020, de oranje staven de aantallen voor 2021. De grafiek is bijgewerkt tot en met 10 september.
Het duurde even om alle meldingen zodanig te verwerken dat er geen dubbele in de database zouden terechtkomen. Nu dat is gebeurd hebben we een indruk van de omvang van deze bijzondere gebeurtenis. In figuur 4 staan de in het Nederlandse Waddengebied aangespoelde bruinvissen per maand. Normaal gesproken zijn maart en juli dé maanden om daar een dode bruinvis aan te treffen, maar in 2021 is dat duidelijk anders. Iedereen is erg benieuwd of het onderzoek aan de verzamelde bruinvissen resultaten gaat opleveren. Te zijner tijd zal erover worden bericht. Houdt daarom deze website en die van de Universiteit van Utrecht in de gaten.